Afscheid

In 2003 ging ik voor Timpaan Welzijn aan de slag in de gemeente Opsterland. Ik zou maar een jaar blijven. Ik was bezig met de laatste loodjes van een voor mij immens uitdagende maar ook ambitieuze opdracht: afstuderen als Sociaal Gerontoloog aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Vier dagen per week werkte ik voor Timpaan Welzijn. De vijfde dag was voor mijn studie. In 2004 slaagde ik met vlag en wimpel en kon ik mijn bul ophalen.

De combinatie van mijn jarenlange ervaring als opbouwwerker en mijn universitaire studie legden de gemeente Opsterland en Timpaan Welzijn geen windeieren. Die kennis kwam goed van pas bij de invoering van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning in 2007 en daarna.

Opsterland is een ambitieuze gemeente. Zij wil de dorpen en de maatschappelijke organisaties overal zo goed mogelijk bij betrekken. De gemeente staat voor grote opgaven. Wat is er bijvoorbeeld nodig dat iedereen zo prettig mogelijk in zijn dorp of wijk kan blijven wonen?

Het model van de drie G’s (Mijn onderzoek ‘Wel thuis in eigen huis of in de zorg?!’)

Ik ben trots dat ik aan die mooie ontwikkeling een bijdrage heb mogen leveren. Onder andere met mijn model van “de drie G’s (Geschikt Wonen, Garantie op Zorg, Gezelligheid), de ontwikkeling van het IDOP (Integraal OntwikkelingsPlan) in Wijnjewoude en het opzetten van de dorpssteunpunten. Gemeente Opsterland loopt landelijk voorop met een integrale aanpak eenzaamheid.

Overhandiging eerste signaleringskaart eenzaamheid aan wethouder Wietze Kooistra (mei 2012)

Nu is het tijd voor mij om de vleugels weer uit te slaan. Na vijftien jaar verlaat ik Timpaan Welzijn en ga ik met mijn bedrijf Oldengarm Training & advies mijn expertise op het terrein van eenzaamheid ook in andere gemeenten inzetten.

Ik ga jullie en mijn columns in de ‘SA!’ zeker missen. Het ga u goed!

 

Deze column verscheen op 28 maart 2018 in de “SA!”. 

Ik wil gevraagd worden

Afgelopen maand bezocht ik een bijeenkomst in een dorp in Zuidoost-Friesland die was gewijd aan het thema Eenzaamheid. De gemeente had een aantal dorpsbewoners persoonlijk uitgenodigd om mee te denken.

Een dag lang waren de mensen geanimeerd met dit thema bezig met als uiteindelijk resultaat een aantal mooie plannen om de eenzaamheid in het dorp te lijf te gaan.

Verschillende mensen vertelden mij dat zij nooit naar die bijeenkomst waren gegaan wanneer die uitnodiging alleen in de krant had gestaan. Juist de persoonlijke uitnodiging had hen over de streep getrokken om mee te doen.

Eenzelfde soort ervaring had ik in Ureterp toen ik namens Timpaan Welzijn een bijeenkomst leidde over het thema Zorg voor Elkaar. Iedereen blijft langer thuis wonen en sommige mensen hebben daarbij een extra steuntje in de rug nodig. In de klein dorpen hebben we in gemeente Opsterland de dorpssteunpunten. Maar wat past het beste bij Ureterp? Organisaties waren uitgenodigd om hierover mee te praten.

Uit de bijeenkomst kwam duidelijk naar voren dat er genoeg vrijwilligers zijn die willen helpen, maar ze moeten wel gevraagd worden. Ook hier komt de persoonlijke uitnodiging weer om de hoek kijken. We hoeven in Ureterp hiervoor dus niet iets groots op te zetten, maar met elkaar slim regelen hoe de juiste persoon in het dorp gevraagd kan worden om te helpen. Begin 2018 gaan we met afgevaardigden van de diverse geledingen uit het dorp dit verder uitwerken.

Mensen willen dus anderen best wel helpen. Het is alleen een kwestie van goed bekijken hoe je dit met elkaar organiseert.

Deze column verscheen in de editie van november 2017 in de Sa!

 

Niemand wil vergeten worden

2015-04-04 13.09.37-1Laatst werden we opgeschrikt door het bericht dat in Meppel een overleden man van 70 jaar was gevonden. Hoogstwaarschijnlijk was hij al vier maanden dood.
Vorig jaar werd in diezelfde gemeente een vrouw gevonden die twee weken levenloos in haar haar huis had gelegen.

Vaak wordt gedacht dat dit soort incidenten alleen in de grote steden in het westen voorkomen, maar dat blijkt al lang niet meer het geval te zijn. Volgens de politie komt het regelmatig voor, maar het komt niet altijd in het nieuws. Uit een inventarisatie van de GGD in 2014 bleek dat elk jaar minimaal 36 doden langer dan twee maanden onopgemerkt in huis liggen.

Onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau wees onlangs uit dat het sociaal isolement ook bij ouderen op het platteland voorkomt.

Heeft de maatschappij hierbij een taak?
Bijzonder Hoogleraar ‘Empowerment van Kwetsbare Ouderen’ Anja Machielse die jarenlang onderzoek doet bij ouderen die geïsoleerd leven, geeft aan dat de ouderen die zij interviewde niet zo zeer bang waren om dood te gaan, maar zij maakten zich wel zorgen dat er niemand bij zou zijn. Hulpverleners kunnen een vertrouwensband met de zonderlingen opbouwen, stelt Machielse.

In een interview met het Algemeen Dagblad op 11 maart 2014 zegt zij hierover:

“Zolang ze niet te opdringerig zijn en het leven van deze mensen niet willen veranderen. De meeste geïsoleerden hechten grote waarde aan een contactpersoon. Als er maar één iemand is die weet dat ze bestaan, die weet hoe ze heten. Dat is vaak genoeg voor deze mensen”.

Volgens Machielse moeten we weer toe naar een samenleving waar we meer op elkaar letten. Zowel van de kant van de hulpverlener als door de omwonenden.

Maar hoe pak je dat op?
In Rotterdam heb je het plan “Voor mekaar” met de actie “Ik laat je niet alleen” en de lief-en leedstraten. In Opsterland heb je de integrale aanpak eenzaamheid, de dorpssteunpunten met de (vrijwillige) “meitinkers” die bij lief en leed de mensen bezoeken , de voorlichtingscampagnes tegen eenzaamheid en de telefooncirkels. Er zijn vast wel andere ideeën. Ik hoor het graag.

Deze column verscheen 27 april in de Sa!